maandag 26 februari 2007

A Special Obligation...

Van Neil, zaterdag 24 februari 2007, 23h17.

Een Speciale Verplichting...

De storm van het jaar dumpte wat sneeuw op ons en maakte rijden een beetje verraderlijk. Maar we misten het ijs en de ijzel hier en kregen geen hagel. Toch is een 30 cm sneeuw buiten aan mijn raam dat er daarvoor niet was, en het ziet er nu redelijk mooi uit, en we kunnen vandaag nog meer verwachten.

Normaal gebruik ik deze blog niet als ruimte voor debatten, want als ik dat doe, win ik, omdat ik het laatste woord heb. Toch vind ik normaal dat goed verwoorde tegengestelde meningen vertegenwoordigd moeten worden. Hoe dan ook, dit is voorlopig de laatste post over bibliothecarissen en wat ze wel en niet moeten doen...

“want “Het won de Newbery Medal. We bestellen boeken die dat doen. Het is de meest gerespecteerde gids voor kwaliteits-kinderliteratuur sinds 1922,” zeggen zou toch de meeste bedreigingen voor de job van een bibliothecaris uit de weg moeten ruimen,... niet?”

Het spijt me, maar ben je nu opzettelijk oneerlijk? Begrijp je dat de concurrentie voor een positie als bibliothecaris (gekend om het lage loon en daarom uit voorliefde voor het werk gedaan) ongelooflijk groot is? Je job als bibliothecaris verliezen houdt niet in dat je in de bibliotheek van het naburige dorpje gaat werken. Meestal moet je naar een andere staat verhuizen om een nog slechter betaalde job aan te nemen.


Geloof je echt dat rondzwaaien met de Newberry Award een kortzichtige rechtse ouder ervan zal weerhouden om iedere oudercontact avond op oorlogspad te gaan en hun schooldirecteur en schepen van onderwijs lastig te vallen tot er iets aan gedaan wordt?


Bibliothecarissen zijn bedienden die, eerlijk gezegd, een ongelooflijke hoeveelheid werk verrichten – meer dan het publiek ooit ziet – voor een belachelijk laag loon. Misschien is het moeilijk voor jou om je het te herinneren, Neil, maar soms brengen mensen die weinig werk hebben offers om hun job te houden. Is het afschuwelijk dat ze niet de kracht hebben om dit boek te verdedingen of dat dit boek niets anders dan hun werkloosheids zou tewerkstelligen? Natuurlijk. Maar dit is niet hypothetisch. Het is realiteit.


Het is makkelijk voor jou om een mening te verkondingen. Je hebt invloed, je bent rijk en je weet dat er een andere job op je staat te wachten, wanneer je maar wil. Sommige mensen moet praktisch denken. Het is niet leuk, maar het is waar.


- Jamie



Wel, twintig jaar geleden, toen ik jonger was, redelijk arm en twee kinderen en een hypotheek had, verliet ik de beste baan die ik tot dan toe ooit had gehad – schrijven voor een nationale krant in het Verenigd Koninkrij – omdat ik geen voorpagina-artikel wou schrijven over een verhaal dat de uitgever had samengesteld en duidelijk onwaar was. Wat het einde van mijn carrière als journalist was, echt, en wat ik niet vermeld als een bewijs van mijn morele rechtschapenheid, of voor het bereid zijn om een mening te verkondigen toen ik nog geen invloed had of rijk was, maar omdat het niet als iets speciaals beschouwd werd, door mij of eenieder die ik kende. Het was niet speciaal wanneer mijn vrienden, die comics tekenden of schreven hun werk voor een titel of uitgever stopten, omdat ze in iets geloofden, vaak met zware financiële gevolgen. Om eerlijk te zijn, de meeste mensen die ik in de laatste jaren ontmoet heb, waarvan de meesten noch bekend noch rijk noch invloedrijk zijn, waren in staat om een mening te verkondingen voor de dingen waarin ze geloofden, en ze deden dat en ze doen dat nog.

Om eerlijk te zijn, na het lezen van deze e-mail, is mijn respect voor dat handjevol bibliothecarissen die The Higher Power of Lucky niet in hun bibliotheken wilden, omdat ze vonden dat het ergens ongepast was, gestegen, in plaats van gedaald. Ik breng liever tijd met hen, mensen die geen populaire houding hebben waarin ze geloven en waarvoor ze willen uitkomen, dan met hypothetische aangevallen zielen die te veel schrik hebben om ontslagen te worden omdat ze iemand beledigd hebben door boeken te bestellen waarvan ze overtuigd waren dat die in hun bib moest, en nu te bang zijn om ontslagen te worden of van de geesten van hypothetisce schepenen.

Geloof ik “dat rondzwaaien met de Newberry Award een kortzichtige rechtse ouder ervan zal weerhouden om iedere oudercontact avond op oorlogspad te gaan en hun schooldirecteur en schepen van onderwijs lastig te vallen tot er iets aan gedaan wordt?” Helemaal niet. Maar ik geloof dat het winnen van de Newberry, de meest gerespecteerde award voor kinderliteratuur in Amerika, waarschijnlijk in de wereld, de verantwoordelijkheid legt bij de ouder met de andere mening om zijn of haar pleit te bewijzen, en dat het een roekeloze schoolraad zou zijn die een bibliothecaris ontslaat omdat die het besteld heeft. En ik geloof ook dat de ALA Code van Ethiek iets is wat het merendeel van de bibliothecarissen echt meent en onderschrijft.

Het zegt, in de inleiding, dat In een politiek systeem gegrond in een geïnformeerde burgerij, wij leden zijn van een beroep dat expliciet geëngageerd is voor intellectuele vrijheid en de vrijheid van toegang tot informatie. We hebben een speciale verplichting om de vrije doorstoming van informatie en ideeën van huidige en toekomstige generaties te garanderen.

Als ik zeg dat mijn liefde voor bibliothecarissen onvoorwaardelijk is, dan is het vanwege zulke verklaringen. Ik zeg niet dat bibliothecarissen niet kunnen of mogen beslissen welke boeken ze wel of niet op de planken hebben, of dat de betreffende gemeenschap, wat het is en wat het leest, geen rol mag spelen in zulke beslissingen. Ze maken duidelijk voortdurend dergelijke keuzes en ze moeten dat ook. De ruimte is beperkt, en keuzes moeten gemaakt worden. Maar niet uit angst.

...

Ik heb de Joyce Hatto-zaak met een zeker fascinatie gevolgd en vermeld het hier alleen omdat iedereen die ik de laatste paar dagen over de “Joyce Hatto case” sprak me een lege blik ter antwoord gaf. Dus voor degenen onder jullie die het gemist hebben...

Joyce Hatto was een Engelse klassieke pianiste, die van het publieke leven afscheid nam in 1976, vanwege kanker. Ze leefde nog dertig jaar en in het laatste decennium van haar leven bracht ze meer dan honderd opnames uit op het kleine CD-label van haar man, wat haar een cultfiguur maakte en een inspirerende: ze bracht het werk van een ongelooflijk gamma componisten met gevoel en briljantheid en een opmerkelijke techniek. Toen ze stief werd ze door de berichtschrijvers als “een nationale schat” geprezen.

En toen werd ze ontmaskerd door iTunes.

Enkele dagen gelenden, werd een andere Gramophone criticus gecontacteerd door een lezer, die een Hatto Liszt CD – de 12 Transcendentale Studies – in zijn computer stak om er naar te luisteren en iets vreselijk vreemds gebeurde. De speler op zijn computer identificeerde de schijf als, ja, de Liszts, maar niet als een Hatto-opname. In plaats daarvan gaf zijn display aan dat de schijf eentje van BIS Records was, door de pianist Lászlo Simon. Verwonderd checkte onze criticus zijn Hatto-schijf met de echt Simon-opname en tot zijn verbazing klonken ze allebei precies hetzelfde.

Vervolgens ging een opname van Hatto die twee pianoconcerto’s van Rachmaninov speelde, en, helemaal waar, de CD-speler in zijn computer gaf iets anders aan – door Yefim Bronfman, gedirigeerd door Esa-Pekka Salonen, van Sony. Opnieuw vergeleek de criticus en alweer kon hij geen verschil horen.


Gramophone stuurde dan de Hatto en Simon Liszt-opnamen naar een audio-expert, Pristine Audio’s Andrew Rose, die de geluidsgolven van iedere opname wetenschappelijk nakeek. Ze kwamen overeen.


En de kringen van het verhaal bleven uitdijnen. Op haar Wikipedia hebben ze al meer dan twintig van haar opnames geïdentificeerd, maar nog meer op weg. http://www.andrys.com/hatto.html is het verhaal aan het bijhouden, artikel per artikel. Hatto’s man verzekert in dit interview dat de opnames van zijn vrouw echt zijn, maar geeft geen echte bewijzen dat ze ze heeft opgenomen, en produceert niets anders dan een gevoel van ongemak. En ik vraag meer naar het motief, waardoor het een verhaal is. Was Hatto medeplichtige van de fraude? (Waarschijnlijk) Deden ze het om een reputatie voor haar op te bouwen? (Waarschijnlijk) Wilde haar man haar gevoelens sparen over hoe goed ze werkelijk was, door opnames van andere uit te geven als de hare, terwijl zij dacht dat het de hare waren? (Waarschijnlijk niet, maar het is een mooi verhaal.) Zou ze ontmaskerd zijn in de pre-computer tijd? (Uiteindelijk, maar ik denk dat het veel langer geduurd zou hebben, en het zou eerder een debat geworden zijn dan een makkelijk open-en-sluit-geval – kijk hier eens naar de visuele voorstelling van het werk.)

En ik ben allen zeker dat, zoals bij alles waar mensen in betrokken zijn, we nooit de hele waarheid zullen weten...